BR 614 038-8 / BR 614 044-6

BR 614 083-4 / BR 614 084-2


Afgelopen jaar (2019) zijn twee Fleischmann's van het type BR 614 aangeschaft. Het gaat om de oranje-creme versie en de blauw-creme versie. Beide treinstellen hebben de revisiedatum 30-1-1975 en horen thuis in tijdperk 4.

Zo op het eind van het jaar, met wat vrije dagen, is de tijd gevonden beide treinstellen na te kijken, hier en daar wat op te waarderen en te digitaliseren. Beide 614's hebben dezelfde behandeling ondergaan. Hieronder volgt een kleine uiteenzetting. 

 


Koppelingen:
De treinstellen waren uitgerust met vier Fleischmann haakkoppelingen. Deze zijn verwijderd en twee ervan zijn vervangen door profikoppelingen. De beide kopzijden van de treinstellen blijven koppelingsvrij. De twee treindelen sluiten met de profikoppelingen bijna naadloos aan en leveren in de meest krappe boog (R3), ondanks het ontbreken van kortkoppeling, geen ontsporingen op.

 

Motor:
Beide treinstellen waren uitgerust met de standaard Fleischmann 'rondmotor'. Bij beide exemplaren is de rotor vervangen door de modernere versie met een ingebouwd vliegwiel. Om de oude rotor te verwijderen, is een tandwieltrekker gebruikt. Nadat het tandwiel van de motoras is getrokken en de rotor is uitgenomen, is de nieuwere versie geplaatst. De motorplaatjes zijn vervangen door exemplaren die geheel voorbereid zijn op digitaal gebruik. Het oude motorplaatje is nodig voor het motorloze draaistel.

 


Motorloze draaistel:
Dit draaistel doet op dit moment niet mee in de stroomafname en dat kan dus beter. Het eerder genoemde motorplaatje wordt gebruikt om op een 'nette' manier een extra stroomafnemer (art. 614916) te plaatsen. Daarbij wordt ook de ringmaneet geplaatst, al was het maar om het vastschroeven van het motorplaatje te vereenvoudigen. Om de ringmagneet te kunnen plaatsen, moeten de wielen van het draaistel verwijderd worden. De tweezijdig geïsoleerde wielen in de standaard gemonteerde wielsets dienen tevens vervangen te worden door eenzijdig geïsoleerde wielsets. De gekochte wielsets hebben puntassen en deze zijn netjes afgeslepen. Daarna is de boel gemonteerd en is de bedrading aangelegd. Met de gedane aanpassingen doen beide zijden van dit draaistel nu ook mee in de stroomafname.

In de printplaten van de BR 614 moeten overigens hier en daar wat zaagsnedes gemaakt worden voor het digitale gebruik.  

Voor een gecentreerde sporing van het motorloze draaistel was het ook nodig om een aantal ringetjes op de as van de nieuwe wielsets te plaatsen. Hiermee wordt de links-recht speling van de as in het draaistel beperkt. In de oude constellatie werd dit 'effect' opgevangen door de dikte van het isolatiedeel van de wielen. 

 


Binnenverlichting:
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de BR 515 is bij deze treinstellen de binnenverlichting niet zelf, met de losse componenten, in elkaar gefabriceerd. Dit keer is de gemakkelijke weg gekozen. Er zijn twee Digikeijs (warm-wit) led-licht setjes gekocht. Bij de setjes zit ook een te solderen condensator én een zakje met passagiers.

 

 

Passagiers:
Voor wat 'leven' in het treinstel, zijn deze passagiers in de wagens gelijmd. De passagiers zijn niet heel erg gedetailleerd, maar dat breekt geenszins de pret. In de cabine met de motor is door Fleischmann een machinist geplaatst. In de andere cabine is een tweede machinist toegevoegd. 

 

Decoders:
Beide treindelen van het treinstel zijn qua technische opbouw identiek. In bedrijf betekent dit dat de stroomafname (rood en zwart) tussen de twee treinstellen dan precies omgekeerd is, plus de wetenschap dat de front- en sluitverlichting gebruik maakt van het metalen onderstel (massa), betekent dat dit als consequentie heeft dat er geen stroomvoerende koppeling tussen de twee treindelen gebruikt kan worden. Tenzij de retourleiding (zwart) voor de front- en sluitverlichting bij ten minste één treindeel op een andere wijze wordt gerealiseerd. Omdat dit enigszins ingrijpend van aard is bij dit model en de standaard verlichting prima functioneert, is daar van af gezien. De twee delen van het treinstel zijn dus elektrisch niet met elkaar verbonden en elk deel is met een eigen decoder uitgerust. De decoders zijn van Esu.

 

Cv instellingen:
Voor het instellen van de cv's voor de motortuning is gebruik gemaakt van de speciale mogelijkheid die de Lokpilot v4.0 biedt via cv54. Bij de resultaten viel op dat er bij elke poging weer nieuwe cv waarden tevoorschijn kwamen, die in sommige gevallen zelfs niet in de buurt kwamen bij de resultaten van eerdere pogingen. Mogelijk is de reden hiervoor dat de motor nog niet was ingelopen. Geen van die op geautomatiseerde wijze bepaalde waarden gaf overigens een bevredigend rijgedrag. Dus is overgeschakeld op het ouderwetse handwerk, waar, na enige tijd van 'trial en error', bij beide treinstellen, op elke snelheidsstap, goede rijeigenschappen uit naar voren kwamen.

Overigens zijn de uiteindelijke optimale cv waarden van beide treinstellen onderling verschillend. Dit ondanks dat beide treinstellen technisch identiek zijn en met het zelfde motortype, tandwielen en decoder zijn uitgerust.

Om eventueel smeltende kappen te voorkomen zijn de traditionele gloeilampjes van de front/sluitverlichting wat gedimd. De maximale snelheid is bij beide treinstellen afgetopt op 90 km/u en elk van de 28 snelheidsstappen is netjes geijkt.

 

 

Nu beide treinstellen gereed zijn, kunnen ze mee in de geautomatiseerde treinenloop.

Hier een link naar een YT filmpje van een collega modelspoorder met een uitgebreide toelichting.