VT 11.5003
Dit TEE treinstel is een van de weinige tijdperk 3 modellen hier op de baan. Het treinstel bestaat uit de basis set (43011) en de aanvullende set (43014), bestaande uit drie tussenrijtuigen. Nieuw aangeschaft in de jaren '90 en nu, meer dan 20 jaar later, wordt dan eindelijk binnenverlichting ingebouwd. Daarvoor is een stroomgeleidingsset voor dit treinstel van Digital-Bahn.de aangeschaft en een aantal Digikeijs H0 DR100G binnenverlichtingsetjes.
Het Roco treinstel heeft op dit moment twee decoders. In elke kop één en dat blijft zo. Vier van de zes polen van de digital-bahn-set worden gebruikt:
-Rood en zwart voor de voeding rechts en links door de hele trein en
-Groen en blauw voor de binnenverlichting, vanaf de functiedecoder in de motorloze kop tot de motorwagen.
De stroomgeleidingsset is in elkaar gesoldeerd. Eveneens is de tussenliggende bedrading gesoldeerd,
mede om de soldeerverbindingen in dit stadium al met de multimeter te checken op aanwezige weerstand.
Rijtuig 1 en 5:
Het 1e rijtuig is gedemonteerd en bekeken hoe de opbouw precies in elkaar zit. Er is een plan bedacht voor een stroomopname per wiel. Daar blijkt het rijtuig zich prima voor te lenen. Het concept is getest en het werkt. (rechts)
De binnenverlichting is tegen het dak geplaatst.
De verbindingen in stekkertjes verlopen anders dan ik op het eerste gezicht zou verwachten.
I.p.v. het standaard opvulstuk (van 10 gram) is plaklood (2 x 5 gram) geplaatst in de vulruimte van het onderstel.
Op deze wijze komt de bekabeling niet in de knel. De passagiers hebben inmiddels ook plaatsgenomen.
Rijtuig 5 is op exact dezelfde wijze geconfigureerd.
De motorwagen:
Na het eerste rijtuig, is de motorwagen aan de beurt. De voeding van de motor over de twee draaistellen is niet geweldig. Sommige wisselcombinaties van het oude Fleischmann spoor in het schaduwstation zijn onoverkomelijk voor de motorwagen. Via de stroomgeleidingsset doen straks eventueel alle wielen (56 stuks) van het treinstel mee in de stroomopname, zodat dit oude probleem is opgelost.
De stroomopname van de motorwagen (rood en zwart) is aangesloten op de elektrische koppeling.
De motorloze wagen:
De motorloze kop had een kleine verrassing in petto. De koppeling komt overeen met die van de tussenrijtuigen en niet, zoals ik had verwacht, met die van de motorwagen. Ik had het kunnen weten, maar het is lang geleden dat de oorspronkelijke koppelingen geplaatst zijn. De rode stekker die op de kleine koppeling was gesoldeerd, moest dus weer los en is vervolgens op de lange variant gesoldeerd. Het aansluiten van de snoertjes is daarna zo gebeurd. Wel even erom denken dat de rode en zwarte snoertjes aan de goede zijde worden gesoldeerd, zowel bij de koppeling als in het treindeel. Wij van Schwarzburgland haten kortsluiting.
Het motorloze kopdeel heeft geen connectiepunt voor de kleine koppeling, zoals bij de motorwagen.
De Lenz functiedecoder is vervangen door een Lokpilot.
Praktijktest:
Nu er een kleine trein gereed is, is de tijd gekomen om e.e.a. te testen. Voor de daadwerkelijke test is eerst wat 'randwerk' verricht. Zo zijn alle decoder instellingen nagelopen, waarbij o.a. de snelheidscurve in de decoder exponentieel is ingesteld en de maximale snelheid is afgetopt op 100 km/u. Vervolgens zijn alle 28 snelheidsstappen opnieuw geijkt.
De eerste testronde met 1 rijtuig aan de haak laat, zoals verwacht, zien dat de eerder onoverkomelijke combinatie van oude Fleischmann Modell wissels nu soepel gepasseerd wordt. Wat het ook laat zien is, dat in het geval linksom wordt gereden, met het motorvoertuig voorop, er kortstondig sluiting is in de bogen. De Intellibox wordt er net niet door afgeschakeld, maar hier raken metaaldelen elkaar waar dat niet gewenst is. De oorzaak is snel gevonden én opgelost.
De soldeerpunten van de uiterste zijden op de nieuwe koppeling kunnen in bogen het metalen frame raken.
Een stukje zwarte krimpkous doet hier wonderen. Uit voorzorg zijn beide zijden, bij beide treindelen van isolatie voorzien.
De bewegingsvrijheid met de elektrische koppeling is net wat minder dan met de standaard koppeling. Dat heeft mogelijk gevolgen op modelbanen met bogen kleiner dan R3.
Rijtuigen 2-3-4:
Bijna een jaar later zijn de drie overgebleven rijtuigen uitgerust met binnenverlichting. In tegenstelling tot de vier delen uit de basis set, is het niet nodig gebleken de drie rijtuigen uit de aanvullende set ook elektrisch te voeden via de wielen. Deze drie rijtuigen worden dus uitsluitend gevoed vanuit de elektrische koppelingen.
Nuttig om te weten is dat de elektrische verbindingen tussen de rijtuigen strak genoeg sluiten om onderweg geen rijtuigen te verliezen achter een trekkende motorwagen. Tot slot nog twee plaatjes van het eindresultaat.
Maak jouw eigen website met JouwWeb